Mediteren brengt mij meestal in contact met stilte, ruimte en tijdloosheid. Maar soms overheerst somberheid, is het alleen maar zwart. Een blog over hoe ik dan met mezelf om kan gaan.
Ik mediteer (bijna) iedere dag. “Mediteren is een discipline van geluk” zei een leraar van mij ooit. Zo zie ik dat ook. Gaan zitten brengt me in contact met stilte, ruimte en tijdloosheid. Een gevoel van heelheid en me verbonden weten.
Maar soms ook niet. Dan is er vooral ongemak. Een sombere stemming, een naargeestig gevoel. Ik heb nergens zin in. Een steen in mijn maag bij de gedachte aan de dag die nog moet beginnen. Ik ervaar zinloosheid. En die ervaring brengt me niet naar vrijheid (zie daarover mijn eerdere blog) maar juist naar zwartheid. Zwart dat me omringt, binnen dringt en verlamt. Letterlijk lijkt het wel. Rechtop blijven zitten kost al moeite. De gedachte dat mediteren me geluk zou moeten brengen maakt me nog neerslachtiger. Vanuit hier is geluk niet bereikbaar. Ja, voor anderen misschien, maar niet voor mij. Een gevoel van falen besluipt me.
Het probleem is dat ik van mezelf ergens moet zijn waar ik niet ben. Ik móet me gelukkig voelen, dat zien te bereiken. En als dat niet lukt, is dat mijn eigen schuld. Terwijl het punt juist is, dat ik nu niet gelukkig ben. Laat ik eens beginnen met daar bij stil te staan. Erkénnen dat ik me ongelukkig voel en daar een vriendelijke houding naar aannemen. Vriendelijkheid die niet is bedoeld om het gevoel weg te nemen, maar om het simpelweg waar te laten zijn.
Het voelt als een opluchting als ik ruimte geef aan mijn zwartheid en aan mezelf beken dat dit zwaar voor me is. Ik sla als het ware een arm om mijzelf heen en zeg “wat rot voor je, dat je je zo voelt”. Het is vergelijkbaar met hoe ik een goede vriend zou troosten, of mijn kind. Dan zeg ik ook niet: “wat dom van je, dat je niet gelukkig bent”! Nee, ik bied troost en zachtheid, een plek voor mijn dierbare om tot zichzelf te komen.
Ik kan mezelf hier ook iets vriendelijks toewensen. Bijvoorbeeld de wens dat het goed met me zal gaan. Dat voelt fijn, dat die liefdevolle intentie er is. Zonder dat het nú anders hoeft. Door in mijn meditatie op deze manier aanwezig te zijn bij mijzelf, zet ik de toon voor de dag. Ik ben niet ineens gelukkig. Het verdriet is er nog steeds, maar ik voeg er niet nog meer pijn aan toe. De pijn van het falen om gelukkig te zijn. Ik sta toe dat ik me voel zoals ik me voel, en dat ontspant.
Overigens bedoelde mijn leraar met de stelling ‘mediteren is een discipline van geluk’ natuurlijk niet dat het me instant-geluk moet brengen. Integendeel. Meditatie is de kunst van aanwezig zijn bij álles wat in jezelf leeft. Gemak of ongemak, geluk of ongeluk. Door dat vriendelijk te benaderen hoeft niets meer weg. Dat is, op de langere termijn, de poort naar een wakkerder en liefdevoller leven. Of dat hetzelfde is als een gelukkiger leven moet je zelf maar beoordelen.
Stilte wat me bezighoudt soms is de angstwekkende stilte in het woord zo luid meestal zo angst en aanjagend het geluid van de stilte Bert Schierbeek